Iedereen maakt pijnlijke ervaringen mee. Het leven verloopt anders dan we hadden gehoopt of verwacht. We struikelen, verliezen, lijden. Tegenslagen horen onlosmakelijk bij het bestaan, maar dat maakt ze niet minder zwaar. Het is menselijk om de pijn te willen vermijden – ze voelt te intens. Maar door het uit de weg te gaan, verwerken we niet.

Onverwerkte ervaringen zijn als een sluipende ziekte. Herinneringen, gevoelens en vragen verdwijnen niet vanzelf. Het verleden blijft doorsijpelen in situaties en relaties. Het verleden is een stoorzender die je niet kunt uitzetten. Verwerken is die pijn recht in de ogen kijken, de oorzaak van de ziekte behandelen. Dat betekent niet dat het verleden helemaal geen pijn meer doet. Sommige gebeurtenissen blijven gevoelig wanneer ze worden aangeraakt, maar het is hanteerbaar en je kunt verder.

Relaties zijn belangrijk in dat verwerkingsproces. Wanneer je ingrijpende ervaringen, of potentieel traumatische ervaringen, meemaakt draagt de steun van anderen bij aan het herstel van deze ervaringen. Tegelijkertijd verstoren de klachten die je kunt ervaren relaties. Dat is de paradox van het leven met trauma: je hebt de ander nodig om te herstellen van trauma, maar het trauma belemmert je de ander toe te laten.

Juist daarom is het belangrijk om naar jezelf en de ander te kijken met compassie. Dit noem ik traumacompassie©. Mijn missie is om bij te dragen aan het herstel van mensen met trauma’s en hun naasten. Door compassie kunnen we een gemeenschap vormen die een schuilplaats is voor mensen met trauma’s en hun naasten.